Een paar burgerlijke intellectuelen, Carlo en Silvia, zijn twintig jaar getrouwd. Terwijl zij in hun flat in Rome woont, brengt hij het grootste deel van zijn tijd door in het landhuis waar hij zijn boeken schrijft, waar hij openlijk samenwoont met zijn jongere minnares, Lù. In ruil daarvoor heeft Carlo al lang geaccepteerd dat haar vrouw misschien minnaars heeft, maar haar vluchtige relatie met een jonge neofascist wakkert plotseling zijn jaloezie weer aan.