Een jonge arbeider die een verhouding heeft met een schoonheid uit de hogere klasse, Adelaida, wordt door het Spaanse leger opgeroepen om te vechten in de Cubaanse Onafhankelijkheidsoorlog. Nadat Adelaida een ongewone mededeling ontvangt over de dood van haar minnaar in de strijd, weigert ze het verlies van haar geliefde te geloven. Haar klassebewuste familie, geleid door haar jaloerse zus Maria, gelooft dat Adelaida haar verstand heeft verloren en plaatst Adelaida in een krankzinnigengesticht. Adelaida blijft echter leven volgens haar overtuigingen van passie en vrijheid. Medegedetineerden vertellen haar over de bosnimfen die het aangrenzende bos bewonen. Adelaida is ervan overtuigd dat deze nimfen haar naar haar geliefde en het geluk zullen leiden.